Mer a trouvé dans le vide
Un monceau de pierre ponce
Un ‘v’, à lécher, à lâcher
Un petit port pour les petits bateaux
Qui y posent, marée basse, marée haute
Et dans le café, une guitare qui joue
Ses trois accords bleus, une demi-heure d’affilée
Ainsi, la mélancolie se répand
A cause de ce trop de beauté
Ainsi, des fils téléphoniques
Distribuent de la distance
Des cordes téléphoniques
Touchées par l’archet du temps
Et partout, il y a plus d’ailleurs
Plus d’ailleurs que de présent
Comme un chant
Et partout, il y a plus d’ailleurs
Plus d’ailleurs que de présent
Ainsi, la mélancolie se répand
A cause de ce trop de beauté
Ainsi, des fils téléphoniques
Distribuent de la distance
Des cordes téléfoniques
Touchées par l’archet du temps
Et partout, il y a plus d’ailleurs
Plus d’ailleurs que de présent
Comme un chant
Et partout, il y a plus d’ailleurs
Plus d’ailleurs que de présent
Mer a trouvé dans le vide,
Un monceau de pierre ponce
Un ‘v’, à lécher, à lâcher…
Zee heeft in het niets een
Een puimsteenhoop gevonden
Om in en uit te gaan, een ‘v’
Een haventje. Scheepjes poseren
Bij hoog en bij laag.
In het café speelt een gitaar
Een half uur lang drie blauwe akkoorden
Zo hangt er melancholie over de wereld
Omdat die eigenlijk veel te mooi is
Zo delen telefoondraden
Afstand uit.
Telefoonsnaren. Beroerd door
De strijkstok van de tijd
En er is overal meer ginder
Dan hier (nu),
Zoals in een lied
En er is overal meer ginder
Dan hier (nu)
Zo hangt er melancholie over de wereld
Omdat die eigenlijk veel te mooi is
Zo delen telefoondraden
Afstand uit.
Telefoonsnaren. Beroerd
De strijkstok van de tijd
En er is overal meer ginder
Dan hier (nu),
Zoals in een lied
Er is overal meer ginder
Dan hier (nu)
Zee heeft in het niets een
Een puimsteenhoop gevonden
Om in en uit te gaan, een ‘v’…